Eenvoudig schrijven

Foto van cliënt die bezig is met eenvoudig schrijven.

Dit artikel gaat over eenvoudig schrijven. Het is bedoeld om het belang van eenvoudig schrijven te laten zien en te helpen bij het schrijven van brieven of verslagen voor cliënten.

Eenvoudig schrijven is niet makkelijk. Om te helpen bij het maken van eenvoudige en leesbare tekst voor mensen met een verstandelijke beperking geeft de werkgroep Visitaal-pictogrammen van Visitaal deze tips en adviezen.

De doelgroep

In het algemeen geldt dat bijna alle mensen met een verstandelijke beperking moeite hebben met lezen en het begrijpen van teksten. Maar per persoon verschillen zij in wat zij kunnen lezen en begrijpen. Mensen met een verstandelijke beperking hebben beperkte mogelijkheden om taal te ontwikkelen en vinden het moeilijk om abstract te denken. Concrete begrippen zijn meestal wel duidelijk.

Om het lezen en begrijpen van de tekst te vereenvoudigen kun je de tekst ondersteunen met pictogrammen. Denk na of de informatie aansluit bij de belevingswereld.

Wat is eenvoudig schrijven

Wat voor de ene lezer eenvoudig is, kan moeilijk zijn voor een andere lezer. Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak moeite met lezen of schrijven. Informatie is voor hen vaak niet toegankelijk. Dit heeft tot gevolg dat zij niet volwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen. Daarom is het belangrijk dat wij ons taalgebruik vereenvoudigen.

Taalgebruik moet afgestemd worden op degene met wie je communiceert. Je moet je als schrijver verdiepen in de persoon of groep die je wilt bereiken. Dat vraagt tijd en aandacht.

Makkelijk te lezen en te begrijpen

Een tekst is eenvoudig en leesbaar als hij makkelijk te lezen en te begrijpen is.

Een tekst is eenvoudig en leesbaar als:

  • Alleen de belangrijkste informatie er in staat (de hoofdzaken).
  • De tekst is voor iedereen te begrijpen.
  • Er wordt eenvoudige taal gebruikt (direct, maar niet kinderachtig).
  • Een zin bevat één onderwerp of idee (geen bijzinnen).
  • Technische taal, jargon en afkortingen (zoveel mogelijk) vermijden.
  • De tekst heeft een duidelijke en logische opbouw.
  • De informatie wordt stap voor stap gegeven.
  • Er worden geen onnodige zinnen of woorden gebruikt.
  • De tekst sluit aan bij de leeftijd en de belevingswereld van de lezer (niet kinderachtig).
  • De tekst bevat geen abstracte begrippen. Als dat niet anders kan dan worden die met een voorbeeld verduidelijkt.
  • Illustraties, zoals plaatjes, symbolen en pictogrammen, moeten de tekst verduidelijken. Bijvoorbeeld een begroting wordt gevisualiseerd met ‘zak’ en ‘geld’.
  • De boodschap sluit aan bij het dagelijks leven van de lezer.
  • Je moet er van uit gaan dat het een tekst is om samen met de cliënt te lezen.

Hoe schrijf je eenvoudig?

Eenvoudig schrijven gaat stapsgewijs. Stel eerst doel en doelgroep vast.

Denk vervolgens na over:

  • Voor wie schrijf je het?
  • Wat wil je bereiken?

Dit is tijdens het schrijven van de tekst steeds het uitgangspunt!

Maak een duidelijke inhoudelijke opzet. Er zijn 2 mogelijkheden:

  • Een bestaande tekst vereenvoudigen.
  • Een nieuwe tekst maken.

Een bestaande tekst vereenvoudigen

Ga als volgt te werk:

  • Selecteer de tekstgedeelten die belangrijk zijn voor je doelgroep. Introducties en commentaar kunnen vaak worden geschrapt.
  • Vat elke paragraaf van deze geselecteerde tekst samen in steekwoorden.
  • Maak hiervan eenvoudige zinnen.
  • Kijk of de korte samenvattingen logisch op elkaar aansluiten.
  • Controleer of de samenvattingen alleen gaan over de belangrijkste onderdelen van de tekst.
  • Schrap tekstgedeelten die niet direct te maken hebben met het doel van de tekst.
  • Bedenk hoe je de inhoud het beste met pictogrammen in beeld kunt brengen.

Voorbeeld: “Jij mag kiezen ……” in plaats van “Jij hebt het recht om ……”

Een nieuwe tekst maken

  • Elke tekst heeft een korte inleiding, kern en afronding nodig.
  • Maak een uitgebreide inhoudsopgave. Daarmee zet je een logische opbouw op papier.
  • Geef per paragraaf een korte beschrijving.
  • Kies per lezer(groep) de goede elementen:
    • Mensen die goed tot matig kunnen lezen:
      • Goede begrijpelijke titels, illustraties ter verduidelijking, duidelijke korte samenvatting.
    • Mensen die nauwelijks kunnen lezen:
      • Tekst in steekwoorden en duidelijke illustraties. Informatie moet functioneel zijn en niet om op te leuken.

Het schrijven

  • Denk eraan dat de tekst makkelijk te lezen moet zijn.
  • Opbouw tekst.
  • Korte verklarende titels per tekstblok.
  • Titels moeten de inhoud samenvatten.
  • Houdt de tekstblokken kort.
  • In de tekst moet terug te vinden zijn: wie, wat en waarom?
  • Begin met de belangrijkste boodschap.
  • Begin een hoofdstuk op een nieuw pagina.
  • Schrijf alleen hoofdlijnen.
  • Houdt de tekst kort.
  • Splits de tekst op in korte delen.
  • Schrap overbodige details.
  • Verwijs niet naar andere teksten.
  • Geef aan waar de lezer terecht kan voor meer informatie.

Stijl

  • Benader de lezer met respect. Maak een keuze tussen de u of jij vorm.
  • Gebruik de aanspreekvorm, zoals “jij mag kiezen”. Dat spreekt de cliënt meer aan.

Woordgebruik

  • Gebruik zoveel mogelijk eenvoudige taal.
  • Vermijd abstracte begrippen of verduidelijk met een concreet voorbeeld. Bijvoorbeeld fusie is samenwerken met ……
  • Gebruik korte dagelijkse woorden (maak eventueel een woordenlijst voor jezelf).
  • Gebruik niet meer dan 1 verwijswoord per zin (die, dit dat, daar).
  • Gebruik positieve taal, vermijd ontkenningen zeker in combinatie met een werkwoord (zoals niet voorkomen, niet verhinderen).
  • Gebruik werkwoorden in actieve vorm.
  • Gebruik woorden consequent, ook al val je in herhaling. Gebruik niet een synoniem en houdt dezelfde zinsbouw aan.
  • Gebruik niet het woord ‘zou’, dit is vaag en verwarrend (zoals zou gebeuren, zou moeten).
  • Gebruik Nederlandse woorden (geen vreemde of buitenlandse woorden).
  • Vermijd jargon, technische taal en afkortingen.

Zinsopbouw

  • Gebruik korte zinnen.
  • Beperk de bijzinnen, deze maken het lezen moeilijker.
  • Gebruik 1 boodschap per zin. Zet opsommingen onder elkaar.
  • Zorg voor een logische overgang.

Punten en komma’s

Hou de interpunctie eenvoudig, vermijd leestekens zoals puntkomma’s en gedachtestrepen.

Overige tips

  • Gebruik praktische voorbeelden.
  • Verwacht weinig voorgaande kennis over het onderwerp. Geef kort aan wat de lezer over het onderwerp moet weten.
  • Wees voorzichtig met beeldspraak en metaforen.
  • Wees voorzichtig met lange of ingewikkelde cijfers.
  • Schrijf bijvoorbeeld “veel” in plaats van 34.000 of “weinig” in plaats van een percentage, zoals 2%. Gebruik nooit Romeinse cijfers.
  • Laat de tekst lezen door iemand uit de doelgroep om te weten of het duidelijk is voordat je de brief verstuurd aan alle anderen.
  • Maak het geheel aantrekkelijk en overzichtelijk zodat het uitnodigt om het te gaan lezen en bekijken.

Denk telkens aan de doelgroep voor wie je schrijft en het doel waarmee je schrijft!

Bronnen

  • Handboek ‘eenvoudig schrijven’
    Van Raad op Maat en Bragt communicatie & advies
  • ‘Doe niet zo moeilijk’
    Europese richtlijnen voor eenvoudig schrijven
  • ‘Eenvoudig Schrijven’
    Werkgroep Totale communicatie Leekerweide